zondag 21 augustus 2011

Het Ego en de Tijd


Ik was onlangs op een feestje van een 60jarige. Ik had er eigenlijk geen zin in, want ik wist dat ik, behalve het feestvarken, waarschijnlijk geen bekenden zou tegenkomen. Bovendien zat ik in een reflectieve periode, zo een waarin ik lees en schrijf, vooral met het doel erachter te komen waartoe ik denk weer op aarde te zijn en wie mijn echte IK is. Loyaliteit naar vriendin Elly en het mooie weer halen me echter over de streep en ik stap in mijn zomerjurk op de fiets. Gelukkig heb ik nog een lekkere douchegel liggen. Het echte cadeau is een lekkere lunch in ons favoriete tentje aan het strand. Het feest is al in volle gang als ik de tuin in kom. De vrouwen best nog hip, de mannen net iets te dik. Allemaal oudere jongeren. Hier een daar een verdwaalde student en een jong stel, druk doende met een baby. Maar aangezien ik ook de magische grens van de zestig aan het naken ben, doe ik mijn best om iedereen die er is. minstens zo jong te vinden als ik mezelf. Zestig is nu gelukkig niet meer oud. Toen ik vijfentwintig was, had ik de zestigers in mijn familie gefossiliseerd. (is zowaar een werkwoord). Het is een ouderwets lekkere zomeravond met een ongedwongen buffet op het terras. Slingers gekleurde lampen hangen tussen de bomen, een vuurtje knettert achter in de tuin en een leuke vent met een hoed draait plaatjes. Overal staan zitjes en aan de uithalen te horen, zijn er diverse reunietjes. Elly is collega en inmiddels ook vriendin. Ik zie haar vaak maar altijd op of rond het werk. Nog niet eerder was ik bij haar thuis en ik ken haar familie alleen van de verhalen. El is een topmeid en het is maar goed dat de mensen, met name de mannen, aan wie ik word voorgesteld niet weten wat ik van hen weet. ‘Hallo, ik ben Sasha, de veilige collega’, zou ik willen zeggen. In de loop van de avond wordt Elly en niet te vergeten haar uiterlijk op allerlei manieren geroemd. ‘Je zou niet zeggen dat je al zestig bent’, grapt de ene stevige bierbuik na de ander. Ja, het is waar. Elly heeft echt nog een superstrak figuur, weinig rimpels en vooral een jeugdige kop met blonde krullen. Voortdurend wordt de microfoon gepakt. De complimenten zitten vriendelijk en er-dik-bovenop verpakt in iedere toespraak of liedje. Met enige weemoed worden jeugdherinneringen en oude liefdes opgehaald, waaruit blijkt dat Elly gelukkig goed van haar lekkere lijf genoten heeft. En aan de frisse vent, die zich aan iedereen voorstelt als ‘zeg maar Ed’, van een jaar of achtenveertig, te zien, is ze nog niet van plan daar voorlopig mee op te houden. De overgang schijnt geheel en ongemerkt aan haar voorbij te zijn gegaan. Wat zing je voor iemand die zestig wordt? En voor zó iemand?

Het volgende liedje gaat over ‘tijd’. De tekst komt er op een quasi-komische manier op neer dat het grootste deel erop zit en dat het nu tijd wordt voor het grote genieten. Laat er geen dag langer gras over groeien, schiet op, het is nu of nooit. ‘Het is tij-heid om te leeee-ven, tijd voor het geluhuk..’ klinkt enigszins vals uit de aangeschoten kelen van de jaarclub. Tijd. Opschieten. Genieten, en wel nu direct, anders is het te laat. Dan heb je de tijd door je vingers laten glippen en zit je straks balend terug te kijken op het zitje van je rollator in je aanleunwoning. Nu ben ik in mijn zoektocht net het verhaal van Tolle tegengekomen over het ego. Heel interessant. Hij zegt dat het ego dol is op de tijd: de verleden tijd, wat je allemaal anders had moeten doen en daar dus vervolgens de pest over in krijgt, en de toekomst, wat je vooral moet plannen. Streven naar het volgende moment, morgen gaan we golfen met… en volgende week gaan we eten bij…..en in januari plannen we een reis naar... In de toekomst is het leven leuk, we moeten vandaag even zien door te komen en dan wordt het feest. ‘Niet doen’, zegt Tolle. ‘allemaal ego’. Wil je van je ego afkomen, zoals ik, dan is er maar een manier. Het moment van het NU omarmen. Ik zie hier wel alle mensen lachen en drinken, maar de teneur is toch om vooral naar de toekomende tijd op zoek te gaan. En wel snel. We hebben haast, zo klinken de liedjes. Elly zit er ontspannen bij en strijkt met uitgestoken arm en een zwoele lach betekenisvol over de kuif van haar pasverworven Ed. Het is niet moeilijk te bedenken uit welke activiteit hun zeer nabije toekomst zal bestaan.

Als ik even alleen tussen de klimop aan het franse tafeltje in een rustig hoekje met een glaasje spa ga zitten proberen het moment en het NU te pakken te krijgen door de sfeer helemaal binnen te laten komen en dankbaar te zijn voor zoveel gezelligheid, en dus zit te oefenen op de les van Tolle, komt de zus van Elly enigszins bezorgd op me aflopen. ‘Hé, jij hier, helemaal alleen, is er iets, zal ik er bij komen zitten? Wil je erover praten?’ Ze moet haar stem verheffen. De Deejee heeft het volume met gouwe ouwe net lekker opgedraaid. ‘Ja, kom erbij, nee, niets aan de hand, ik zit het hier reuze naar mijn zin te hebben!’ schreeuw ik in haar oor. ‘Leuk feest he?’ roept ze terug, ‘En die liedjes, echt iets voor El!’

Ik kijk haar aan en zie dat ze me gelooft. Ze ontspant. ‘Stel je voor, op het feest van mijn zus, zo’n leuke vrouw alleen als verdrietige muurbloem, nee, dat moeten we niet hebben’, schijnt ze te denken. Dan stoten we elkaar aan. Moeder van zesentachtig waagt zich op het grasveld dat dienst doet als dansvloer. Stok in haar ene hand, de andere zwaaiend op de beat van the Stones. Swung in de heupen. Schalkse blik. Wat nou, te oud. Volgens mij is zij voorlopig de enige die Tolle ten volle in praktijk brengt. Nu ik nog.

Saskia Teppema

Geen opmerkingen:

Een reactie posten