zaterdag 6 april 2013

De druppel en de oceaan




Lekkere thee. Het is nog vroeg. Marc haalt de krant uit de bus. De ochtend is zwanger van een vrije dag.
‘Kijk, dat is nu eens goed nieuws. Deze week gaat Obama naar Israel, dat wordt hoogtijd, er liggen daar wat stevige onderwerpen. Zeg, wat doen we vanavond trouwens?’
‘Onderwerpen? Gister hoorde ik dat ook dit weer een ritueel bezoek wordt. Over de echte problemen kunnen ze namelijk niet praten. Over dat de ene inwoner zomaar het land van een andere inwoner kan inpikken, andermans bomen kan kappen en een hek kan plaatsen waar het hem uitkomt, om maar iets te noemen....’
‘Wat ben jij toch altijd pessimistisch! Nu gaat hij er eindelijk heen en meteen heb je geen vertrouwen! Dat doe je nou altijd!’.
Marc legt de krant neer en kijkt me furieus aan. ‘Leer jij nou nooit eens iets?’
Ik ben blij dat ik net van een cursus kom. Die ging over aanval en verdediging en hoe je daar altijd de keuze hebt om er tegenin te gaan of een andere afslag te nemen. Ik heb heerlijk geslapen, ben voorzien van een goed humeur en ik verheug me op een fijne vrije dag. Ik zet rustig mijn kopje neer.
‘Marc, mooi dat je dat vraagt. Ja, ik heb toevallig gister wat geleerd.’
‘Nou daar is anders niets van te merken! En nu je zit me gewoon uit te lachen! Haal die stomme glimlach van je smoel, je lijkt de EO wel!
‘Ok, je bent nogal boos hè? Wat doe ik waardoor je zo boos wordt?’
Marc snuift. ‘Ja, leuk hoor. Je neemt mij gewoon nooit serieus. Niet als ik boos word en ook niet als ik jou iets te zeggen heb wat waar is over jou! Je kunt zo ongelooflijk eigenwijs zijn, zo.....’
Ik voel van alles maar reageer niet. De theorie van gister blijkt te kloppen. Als ik rustig blijf luisteren gebeurt er van alles aan de andere kant. En dit keer kost het me geen enkele moeite. Ik ben verbaasd over mezelf.
‘Marc, ik neem je wel serieus, maar ik neem mezelf ook serieus. We hebben vaak genoeg hier gezeten met een of ander meningsverschil en die lopen allemaal op dezelfde manier af: jij gaat mokkend aan je auto sleutelen en ik ga weg en denk bekijk het maar. Wel voel ik me dan de hele dag klote en als ik terug kom, doen we net of er niets gebeurd is. Heel gezellig. Gister heb ik ervaren dat het ook anders kan.’
Marc staat op en smijt de theedoek op de tafel. Hij loopt de keuken uit.
Ik kijk hem na en voel me verdrietig worden. Dit stond gister niet op het programma: wat doe je met een wegloper?
Ik pak de krant. Waar staat dat van Obama? Ah, hier, pagina 2, het commentaar.
‘Het klikt niet tussen de twee regeringsleiders. In het verleden zijn ze het over netelige kwesties niet eens geworden en Netanyahu heeft de Republikeinen gesteund tijdens de laatste presidentsverkiezingen....ze zullen vermijden elkaar echt in de ogen te kijken....de kans dat er een oplossing voor het middenoosten conflict wordt gevonden ligt niet voor de hand....  hun persoonlijke vete......‘
Ik denk aan mijn cursus. Daar was ook een oefening om een vastgelopen relatie weer stromend te krijgen. De moeilijkheid schijnt te zitten in bakzeil halen. Om op eerdere uitspraken terug te komen. Om toe te geven dat je het destijds toch niet helemaal bij het juiste eind had. Om in te zien, dat je nu met meer informatie, een andere beslissing zou nemen. Of dat je de ander eigenlijk een fijn mens vindt, maar dat je ego je verbiedt om dat toe te geven.
Ik hoor de keukendeur niet opengaan. Ineens staat Marc achter me. ‘Schat, het spijt me. Ik ging wel erg tegen je tekeer. Dat sloeg nergens op.’
Als ik hem aankijk zie ik een hele andere Marc dan een kwartier geleden. Op deze Marc ben ik vijftien jaar geleden verliefd geworden. Mijn hele lijf wordt warm en ik sta op en pak zijn handen.
‘Ik had verwacht dat je er tegen in zou gaan’ zegt hij. ‘Maar dat deed je niet, en toen wist ik niet meer wat ik moest zeggen. Je hebt wel iets geleerd op die cursus.’
Hij slaat zijn armen om mij heen. ‘Ik wil het anders, Monatoetje, lieve Moon, ik wil weer met je vrijen, lachen, ik wil geen ruzie meer met je..’
‘Is het zo eenvoudig?’ schiet er door me heen. ‘Kom, we gaan even zitten.’
Ik neem Marc mee naar de kamer en trek hem naast me op de bank. Hier hebben we in geen tijden samen gezeten. Ik ben meerdere keren van plan geweest hem eruit te doen, deze stoffige sta-in-de-weg. Maar nu ben ik blij dat dat ouwe ding er nog staat.
‘Ik weet ook niet wat er gebeurde, maar ik heb gewoon niet op je boosheid gereageerd. Die boosheid heeft namelijk niets met mij te maken,’ zeg ik terwijl ik door zijn haar kroes.
‘Jij bent boos en je reageert het op mij af. Jij krijgt je zin niet en je denkt dat dat aan mij ligt. Zo zitten we elkaar al jaren dwars. Ik heb gister geleerd dat een ander alleen maar het scherm is waar je je oude frustraties op projecteert. Ik snapte het ineens, daarom hoefde ik nu niet boos te worden.’
Marc kijkt me aan. ‘Dank je wel, lief, ik heb nog nooit zo’n leerzame en vooral ook korte cursus gehad. En dat allemaal omdat we het over Obama hadden. Konden we hem dit maar even influisteren...stil zijn en luisteren... wat zou het doen voor de wereldvrede als een van hen, of misschien wel beiden, eens iets zouden toegeven?’ Zijn hand wurmt zich verrassend zacht tussen mijn huid en mijn hemdje.
‘Dit is al genoeg. Ik heb gister ook nog geleerd dat wij een druppel zijn. Met dezelfde chemische formule als de hele oceaan. Dus wie weet..’


Saskia, april 2013