Boer en
bedrijf
Wat
een biologisch boer ons kan leren over duurzaam leiderschap.
Een paar jaar geleden ontmoette ik bij toeval een
biologisch boer. We raakten in gesprek over zijn werk op de boerderij en mijn
werk als coach in het bedrijfsleven. De overeenkomsten bleken groter dan de
verschillen. Zijn kijk op zijn bedrijfsvoering en zijn visie op
duurzaamheid hebben me niet meer
losgelaten. Als ik in gesprek ben met leiders, studenten, ondernemers en
collega’s over wat zij verwachten van de toekomst en wat hun rol daarin zou
kunnen zijn, lopen zijn verhalen en ervaringen altijd met me mee.
Voedsel
is zo vanzelfsprekend aanwezig, dat de vraag waar het geproduceerd wordt, niet
of nauwelijks meer wordt gesteld. Biologische groenten en gewassen zoals tarwe
zijn het resultaat van een uitgekiend zaai-, groei-, oogst- en bewaarproces. De
doorsnee consument is niet bezig met de bron van het dagelijks maal, en
gevoelens van respect zijn vaak ver te zoeken. Bidden voor het eten was er al
af; nu weten velen niet eens wat er precies op hun bord ligt en al helemaal
niet of dat nou boven of onder de grond is gegroeid. Dit is dus een mooie
gelegenheid om de waarde van het boerenbedrijf onder de aandacht te brengen en
de principes van een biologisch boer, die per definitie duurzaam werkt, naast
leiderschap te leggen.
De kern van het werk van een biologisch boer – die
werkt zonder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest – is de voortdurende
zoektocht naar de balans tussen de elementen in de natuur: aarde, water, lucht
en vuur. Een boer kan de aarde ‘lezen’ en hij weet wat hij wel of niet kan
telen. Op klei groeien geen asperges, maar wel wortels, uien, aardappels en
granen. Hij weet wanneer hij het gewas moet beregenen en hoe hij de afvoer van
een surplus aan water moet regelen. Lucht is op een andere manier belangrijk:
de hoeveelheid lucht (en luchtigheid) in de aarde is een concrete factor, maar
daarnaast staat lucht ook voor ruimte en overzicht – ook wel het boerenverstand
genoemd. En dan natuurlijk het vuur, de warmte, de zon. Zonder warmte groeit er
niets en de timing is de cruciale factor.
Hier speelt het andere gegeven uit de natuur: de
seizoenen. De boer weet precies op welk moment hij het beste kan zaaien en
wanneer hij moet beginnen met het binnenhalen van de oogst. Voor, tijdens en na
het groeiproces neemt hij talrijke beslissingen om de balans tussen de
elementen te optimaliseren. Alleen dan kan hij rekenen op een optimale
opbrengst.
Bij
de boer gaat het om de vier elementen die niet zonder elkaar kunnen en die met
elkaar in balans moeten zijn. Bij een leider die toekomstbestendig wil zijn,
kun je duurzaamheid afmeten aan de balans tussen vier kernkwaliteiten die
elkaar op dezelfde manier aanvullen en in evenwicht houden. De elementen uit de
natuur vormen een prachtige metafoor voor die kwaliteiten.
Vuur:
alles begint met de passie
Wat
drijft je, wat is je vuur, wat is je ambitie? Zonder vuur kun je duurzaamheid
wel vergeten. Een boer zonder passie voor zijn werk is niet te vinden. Als hij
niet van zijn gewas houdt, wordt het niets. Dan houdt hij het intensieve werk
niet vol. Het vuur is het element dat een leider nodig heeft om zijn droom te
volgen, anderen enthousiast te maken en mensen aan je te binden.
Op je weg als leider kom je
ontegenzeggelijk ‘onkruid’ en andere narigheid tegen. Daarom is het zo
belangrijk dat je dat vuur aan de praat houdt. Met die warmte en
aanstekelijkheid zet je tegenslag om in ‘vruchtbare voedingsstoffen’. Passie is
besmettelijk. Bij iemand die vuur uitstraalt, wil je zijn. Op BNR Nieuwsradio
hoor je geregeld enthousiaste verhalen van ondernemers die vurig vertellen over
hun activiteiten. Echter, met alleen maar vuur ben je nog niet duurzaam. Net
zoals de boer beducht is voor een hittegolf, ben ik, als coach, op mijn hoede wanneer
de passie het enige is waar een leider of ondernemer over praat.
Water:
verbinding
De
tweede kwaliteit staat voor verbinding. Zonder water gaat de boel in de hens.
De waterkwaliteit zorgt ervoor dat er contact is en dat je van elkaar kunt
leren. Ik kom wel eens leiders tegen die prachtige verhalen vertellen, hun
opdracht desnoods drie keer achter elkaar uitleggen, maar die niet in staat
zijn om een vraag te stellen.
Voor leiders met veel passie is
de grootste uitdaging: ‘Hoe kan ik me verplaatsen in een ander?’ Want hun drive
kan hen danig in de weg zitten. Hun leerpunt is om een ander te accepteren die
of een heel ander tempo heeft dan zijzelf, of die stronteigenwijs is. Duurzame
leiders praten met juist deze mensen en niet óver hen. Ze durven hen om
feedback te vragen. Zij zien in dat er zich, door de bril van die ander eens op
te zetten, meer mogelijkheden ontvouwen om nieuwe en betere beslissingen te
nemen. Er verschijnt een grotere werkelijkheid en er gaan doodlopende
denkstraatjes open.
Een ander aspect van ‘water’ is
dat je verbinding aangaat door dik en dun. Dus ook als het tegen zit. Sommige
ondernemers voelen de crisis zo dichtbij, dat ze in de angst schieten. Dus zij
gaan het langdurig contact uit de weg en zo wordt de crisis een self-fulfilling
prophecy: tijdelijke contracten en dan nog wel voornamelijk aan jonge
werknemers, want die zouden ook nog goedkoper en flexibeler zijn. De vraag is
of dit soort flexibiliteit duurzaam is en of we daarmee iets opschieten. Ik
denk van niet. Ik denk dat mensen, die ervaren dat zij vertrouwen krijgen, de
beste medewerkers zijn en daardoor de dragers worden van duurzaamheid.
Lucht:
wat je voor je ziet, is wat je krijgt
Een
jonge projectmanager bij Waternet, het watercyclus bedrijf van Amsterdam, kan
niet anders dan op een duurzame manier werken. Naast zijn passie (vuur), zijn
neus voor communicatie (water) heeft hij een enorme hoeveelheid ‘lucht’. Hij
heeft letterlijk een visie: hij ziet een organisatie voor zich, waar iedereen
die met water te maken heeft, als bestuurder, leverancier, vervuiler en
gebruiker met elkaar samenwerkt om een gezond, betaalbaar en toekomstbestendige
waterhuishouding te beheren. Hij overziet, net als de boer, zijn hele perceel.
Hij laat zich niet van de wijs brengen door geneuzel op de vierkante
centimeter. Hij weet precies waar hij met de organisatie heel wil en kan daar
ook een helder verhaal over houden. Dat is iets waar leiders vaak aan voorbij
gaan: hoe kan ik met mijn inzichten en passie anderen inspireren en hen er
werkelijk bij betrekken?
Zijn visie is aanstekelijk en
door de bijeenkomsten die hij organiseert, scherpt hij die voortdurend aan. Hij
weet het dagelijkse gedoe te overstijgen door de werkzaamheden in een groter
kader te zetten, waarbij hij er ook nog aan denkt om voldoende ‘luchtigheid’
aan te brengen in de vorm van humor, onverwachte taarttraktaties of een
onverwachte uitstap. Als je aan een van zijn medewerkers, bijvoorbeeld een
rioleur, vraagt wat hij aan het doen is, antwoordt hij niet: ‘Ik ben een put
aan het leegzuigen’, maar hij zegt: ‘Ik werk mee aan duurzaam waterbeheer’. Zo
kan het ook.
Aarde:
hoe zet je het neer?
Bij de biologisch boer kun je goed zien wat het laatste
element, aarde, betekent. Je hoeft maar door de polder te rijden en je ziet
overal gewassen groeien. Aarde staat voor het realiseren en materialiseren. De
biologisch boer weet dat hij een aantal verschillende gewassen nodig heeft die
elkaar jaarlijks opvolgen. Alleen aardappels telen, omdat er daarmee meer geld
te verdienen zou zijn, werkt niet. Deze zogenaamde vruchtwisseling zorgt er
namelijk voor dat er geen ziektekiemen in de bodem achterblijven. Hierdoor is
een duurzame manier van werken mogelijk, zonder ingrijpen met chemische
bestrijdingsmiddelen. Door de afwisseling blijft de grond gezond. De aarde pikt
het eenvoudig niet, als ze het gevoel heeft dat ze wordt uitgebuit.
Als een leider in een school, een bedrijf of een
ziekenhuis de ‘grond onder de voeten’ – de mensen die voor hem werken –
onvoldoende afwisseling en uitdaging biedt, dan kan dat een jaartje of wat goed
gaan. Maar vroeg of laat haken werknemers af. Ze raken gedesillusioneerd,
gestresst of ze vertrekken. Duurzaam ‘aardebeheer’ vraagt om aandacht en
zorgvuldigheid met grondstoffen, materialen en mensen.
In de
waan van de dag staat doorgaans de automatische piloot aan. ‘Zo doen we het
hier en dit zijn de regels.’ De macht der gewoonte (vanzelfsprekendheid,
onverschilligheid) zijn de vijanden van duurzaamheid. Wat daar tegenover staat
– en wat leiderschap pas echt duurzaam maakt – is de kracht van de liefde. De
kracht van het hart. De liefde is de cruciale factor om dingen in het leven
anders aan te pakken. De liefde leert om het ego dat per definitie wil scoren
op de korte termijn, los te laten. De liefde stelt de leider steeds weer
opnieuw de vraag: ‘Zijn we hier nog wel met de góede dingen bezig? Hebben we
alle vier elementen betrokken bij de stap die we nu gaan zetten?’ Door de
liefde krijg je weer contact met de gezagvoerder in jezelf en vind je de moed
om een nieuwe koers te vliegen.
Bij het
krieken van de dag kun je vaak een biologisch boer over zijn akker zien lopen.
Hij ziet, proeft, hoort, kijkt en geniet van de stilte. Die is om hem heen en
in hem. Dit is zijn mooiste en vruchtbaarste moment van de dag. Dan komen de
nieuwe en goede ideeën bij hem boven en weet hij wat hem te doen staat. Daar
vindt hij de verbinding tussen zichzelf en het drukke leven van alledag.
Een
leider die op zijn manier de stilte opzoekt, die alleen kan zijn met de balans
tussen zijn vurige passie, de verbinding met zijn omgeving, de rust van de
lucht en de aandacht voor wat de aarde biedt, creëert zijn kansen om duurzaam
te oogsten.
En de boer? Hij ploegt voort, omdat hij weet dat er altijd
weer een nieuwe lente komt.
Saskia Teppema is coach, trainer en
procesbegeleider. Ze geeft workshops en schrijft mee aan een handboek voor
jonge ondernemers op het gebied van sociale innovatie en duurzaamheid. www.saskiateppema.nl